Terwijl de koffiemachine de thermoskan vult, snijd ik de plakjes cake af. Vijf voor acht log ik in en zie ik op mijn beeldscherm enkele bekende gezichten. Toch wel even wat ongemakkelijk, maar we zijn inmiddels gewend aan online bijeenkomsten. Steeds meer leden melden zich digitaal voor deze verlate ledenvergadering met op de achtergrond boekenkasten, kamerinterieurs en, geheel in stijl, een grote afbeelding van schaatsers op natuurijs. De vaste harde kern die het jaarlijkse hoogtepunt van de vereniging mee wil maken is viraal aanwezig.
Ik heb mijn camera dusdanig opgesteld dat ik alleen met mijn bovenlijf in beeld ben. Niemand hoeft te zien dat naast het beeldscherm de koffie, plakjes cake, een paar biertjes en een bakje nootjes binnen handbereik zijn. Ook heb ik voor deze bijzondere ledenvergadering enige schaatsliteratuur klaargelegd. Om, waar nodig, enigszins in de goede sfeer af te kunnen sluiten.
Het wachten is nog even op de hoofdpersonen van deze avond. Inlogproblemen bij de voorzitter en secretaris leiden tot een lichte vertraging, maar de ‘aanwezigen’ vermaken zich met de uitwisseling over het wel en wee. De voorzitter komt in beeld en zit met de secretaris op 1.5 meter afstand aan een soort bestuurstafel. De overige bestuursleden hebben solo ingelogd. Het voltallig bestuur kan volgens de Covid-richtlijnen niet bij elkaar zitten. Aan alles is gedacht.
De voorzitter opent met gepaste woorden de vergadering en meldt de bijzondere situatie waarin we verkeren. Ook benoemt hij het gemis van koffie en cake en na afloop het biertje en de nootjes. Ik houd wijselijk mijn mond.
De eerste vijf agendapunten worden vlotjes behandeld en na vijf minuten zitten we al volop in de financiële exploitatie van de vereniging. De enige opmerking die gemaakt wordt, is de zorg over het hoge saldo, maar betekent tevens dat je het als vereniging financieel uitstekend doet.
Ik heb het niet ingebracht, maar dacht aan een leuk startkapitaal voor een eigen (kunst)ijsbaan wanneer Nedstede de stekker uit de Vechtsebanen trekt. Er klinkt digitaal lof voor de penningmeester in de vorm van opgestoken duimpjes, die eigenlijk voor een interruptie of vraag bedoeld zijn. Ook is bij enkele leden handgeklap te zien, maar dat kan ook een teken van koude handen zijn.
Inmiddels heb ik mijn eerste kop koffie op, die ik heb laten vergezellen van een plak cake. Uiteraard op momenten dat ik niet in beeld ben. Niemand hoeft van mijn smulpartij getuige te zijn. Dit is ook het enige smullen waarvan te genieten valt. Een digitale bijeen komst is een samenkomst zonder samen te zijn. Je ruikt elkaar niet en in de ogen kijken is er helemaal niet bij. Een zielloos gebeuren
Uit verveling snoep ik, vooruitlopend op de nazit, zo nu en dan een nootje uit het schaaltje. De verleiding van het biertje kan ik voorlopig weerstaan.
De terug – en vooruitblikken van de diverse commissies zijn nagenoeg identiek aan voorgaande afleveringen van de jaarvergadering met dat verschil dat er nu enige euforie is over de stijging van het aantal jeugdleden. In hoeverre er “zwartrijdertjes” bij zitten blijft onduidelijk. Ik vraag mij trouwens af of ik het woord nog mag gebruiken. “roetveegrijdertjes” klinkt trouwens ook niet.
Na drie kwartier ‘vergaderen’ is, na verontschuldiging van de voorzitter dat het allemaal heel vlotjes gaat, de rondvraag aan de beurt. Als hoogtepunt van dit agendapunt wordt de doop van een wielerrondje rondom de provincie Utrecht aangekondigd. ‘Wordt ook Renswoude een keer bezocht’ schiet me te binnen. Ik hoor gelijk enthousiasme om het als trainingsrondje voor de zomer op te nemen. Van schrik neem ik twee nootjes.
Ik heb een vraag over de presentielijst die ik niet heb langs zien komen. Daar heeft niemand aan gedacht! Terwijl ik mijn vraag als aandachtspunt wil stellen verslik ik mij in één van de twee nootjes die ik net in de mond heb gestopt. Proestend en kuchend weet ik nog net op tijd voor de camera weg te komen. Als ik na twee minuten met blauw hoofd en met rood doorlopen ogen weer terug ben voor mijn lap- top is iedereen uitgelogd. Het beeld is dood.
Ik pak een biertje om mijn gehavende slokdarm te verwennen en pak het boek voor een spannend schaatsverhaal. Bijna net zo spannend als de verhalen van clubgenoten na een jaarvergadering in het clubhuis van de korfbalvereniging. De betraande ogen voelen bevroren aan.
De komende jaarvergadering moet ik niet vergeten om de vraag over de presentielijst te stellen.
En als ik dan mijn rondjes op de ijsbaan draai hoor ik regelmatig……….. hoger op !
Rolf Stoop.